Vorige zomer heb ik mezelf dus uitgeroepen tot multimedia-artiest-volgens-de-definitie-van-Laurie-Anderson (lees hier). Vandaag echter moet ik vaststellen dat ik inmiddels ook een multimedia-artiest-volgens-de-meer-gangbare-definitie ben geworden. Eentje van het gelukkige type overigens. Want nooit eerder heb ik mij zo waanzinnig kunnen uitleven als in mijn huidige project First Contact.
First Contact – Trailer 1 from Het nieuwstedelijk on Vimeo.
First Contact is een digitale strip die sterk audio-gebaseerd is en die je consumeren kan door de gelijknamige app te downloaden op je iPad. Maar we brengen dit project ook live op toneelvloeren en desgewenst in clubs en op festivals. Daarbij worden muziek, bruitages en stemmenwerk live uitgevoerd en worden de stripbeelden geprojecteerd op groot scherm.
Het heeft een goed jaar gekost om dit project te realiseren. Vaak werkten we tussen allerlei bedrijven door, soms gaven we gedurende korte periodes flink gas op één van de vele onderdelen: opname, montage, mixage,…
Van zodra er een tekst lag, het verhaal van een vader die zijn dochter zoekt (straks meer daarover), werkten muzikant / componist Joris Caluwaerts en ik een audioverhaal met stemmen en muziek uit. Daarvoor deden we een beroep op Stijn Meuris en Sara Vertongen. Zij spelen respectievelijk de vader en de dochter en vanuit de hoedanigheid van de dochter speelt Sara ook alle bijrollen.
In een tweede fase maakte illustrator Wide Vercnocke tekeningen op basis van de kladversie van dat audioverhaal. In de slotfase voorzag alleskunner Bert Hornikx ons van de software om die tekeningen op het audiowerkstuk te monteren. Om alle losse elementen te combineren tot één geïntegreerd geheel.
Tussendoor verrijkten drie mensen ons werkstuk met auditieve extra’s. Bert Hornikx speelde extra drums in, Elko Blijweert voorzag een aantal passages van gitaren en Lucas Derycke ging in weer andere passages aan de slag met bruitages.
Bert en ik brachten al dit moois finaal onder in:
1) een digitale strip die een verhaal vertelt met stripbeelden, stemmen en muziek die je vanaf 13 oktober 2017 als ‘app’ kan downloaden in de App Store voor gebruik op iPad.
2) een stripvoorstelling, waarin stemmen en muziek live worden uitgevoerd door Caluwaerts, Meuris en Vertongen, terwijl de stripbeelden van Wide geprojecteerd worden op groot scherm, aangestuurd door software en hardware die Bert ontwikkelde om beelden live te kunnen aansturen via handmatige of midi-gestuurde cues.
Dat wil zeggen dat Sara Vertongen een deel van de beelden aanstuurt door op het juiste moment op de spatiebalk van haar toetsenbord te klikken, maar dat in sommige passages de muziek de cueing overneemt om beelden preciezer op een beat of een pianonoot te doen vallen. Dat is omdat de app eerst werd gemaakt en er tijdens de montage weinig of geen rekening is gehouden met de livesituatie. Die montage is meer dan ooit muziekgebaseerd. Beelden verschijnen en verdwijnen (via cuts en fades) op het ritme van de beats, maar evengoed monteerde ik hele passages op losse pianonoten die net buiten de courante ritmiek vallen.
Klinkt technisch en erg ingewikkeld? Juist! Is het ook. Maar de kijk- en luisterervaring die het oplevert (in je living via de app en in de theaterzaal via de show) voelt gelukkig volstrekt natuurlijk aan. Dit in tegenstelling tot het aantal woorden dat je nodig hebt om die ervaring en dit project helder en juist te omschrijven.
vormvernieuwing
Omdat je belachelijk veel woorden nodig hebt om de vorm te omschrijven, lijkt First Contact sterk op een poging tot vormvernieuwing. Maar dat is het eigenlijk niet. Artistieke vernieuwing is een slechts een bijeffect. De vorm waarin we het verhaal gieten is vooral een logische uitvloeier van mijn eerdere theaterbezigheden bij Het nieuwstedelijk en mijn eerdere stripprojecten, die ook telkens een muzikale of theatrale twist bevatten die meer was (of hoopte te zijn) dan een leuk extra’tje voor liefhebbers, maar mee de kern uitmaakte van het project.
Een historisch overzicht dringt zich op!
In 2006 verscheen Over naar jou bij Bries, een politieke strip vanuit het oogpunt van een personage dat niet in politiek is geïnteresseerd. Een samenwerking tussen mijzelf (scenario), Paquet (stripbeelden) en Youri Van Uffelen (soundtrack).
Die soundtrack was een idee van Youri die eerder geëxperimenteerd had met strip en muziek bij een project van tekenaar Maarten Reyniers. Zelf had ik met Youri een theaterversie van mijn tekst Over naar jou (2004) gemaakt, een samenspel van acteerwerk, audiomontages en muziek.
Het idee om een soundtrack te maken bij de nakende verstripping van die theatertekst lag, gezien de samenstelling van de ploeg, voor de hand en het paste ook prima in het toen nog erg verse muziektheaterspoor dat Braakland/ZheBilding (nu: Het nieuwstedelijk) anno 2006 volop begon te bewandelen. Het gaf er een nieuwe, spannende toets aan: zelfs wanneer je een strip maakt (in plaats van een stuk theater), de muziek niet veronachtzamen…
strip-met-soundtrack
Op de boekvoorstelling van Over naar jou in CC Berchem speelden we de originele voorstelling opnieuw, maar we experimenteerden ook met iets compleet nieuws: samen lezen op muziek. De mensen kochten een strip, vleiden zich neer in het pluche van de theaterzaal, drummer Ephraïm Cielen tikte af, de mensen sloegen hun album op en lazen het terwijl de soundtrack live werd uitgevoerd.
De muziek moest het leestempo van de gemiddelde lezer volgen, bepalen of lichtjes de hoogte injagen. Bij de een lukte dat al beter dan bij de ander, maar een bijzondere leeservaring was het zeker. Minimaal voegde de muziek lagen en sferen toe aan de lezing en het fenomeen ‘samen lezen’ bleek in al zijn eenvoud een erg effectieve theaterervaring op te leveren. Want aan het einde was het dat: een theaterervaring, maar dan eentje waarbij de acteurs voor één keer getekend waren en hun tekst te lezen stond in tekstballonnen.
Door een CD aan het album toe te voegen, konden de mensen de ervaring thuis nog eens overdoen. Mooie recensies en publieksreacties waren ons deel. Dus verscheen in 2009 de opvolger, Weer over naar jou, het verhaal van een-door-de-consumptiemaatschappij-overgestimuleerde jonge vrouw bij wie aan het einde de stoppen doorslaan.
Waar de soundtrack van Over naar jou de lezer nog op het juiste leestempo wilde houden door toevoeging van bruitagegeluiden die refereerden naar beelden uit de strip, koos Youri ditmaal voor een zuiver intuïtieve aanpak. En dat werkte. Als strip-met-soundtrack-op-het-leestempo-van-de-gemiddelde lezer is Weer over naar jou geslaagder dan zijn voorganger. Ook dankzij het verhaal dat van crescendo naar crescendo opbouwt en net iets dankbaarder is om bij te musiceren dan het meer staccato Over naar jou.
strip-met-luisterspel
Wie een stuk theater (of een roman, een gedicht, een song,…) verstript, heeft daar eerst en vooral een reden voor nodig. Verstrippen om te verstrippen is een afrader.
Yoohan Leyssens (Woestijnvis, één van ’s lands beste film- en televisiemonteurs) was wat dat betreft een belangrijke factor. Hij had anno 2004 de theaterversie van Over naar jou gezien, vond dat er een kortfilm inzat en zei dat hij die misschien wel wilde maken. Dat vond ik bijzonder prettig voorwaar! Maar toen ik mijn tekst in dat licht begon te herlezen, bedacht ik dat een verstripping mogelijk nog juister zou zijn. Haast ieder zinnetje uit Over naar jou roept een beeld op en alle zinnetjes samen een verhaal. Zo werkte de tekst in het theater en zo bleek hij ook in stripvorm te werken.
Toen ik in 2013 het plan uitwerkte om opnieuw een theatertekst te gaan verstrippen (Dansen Drinken Betalen, dat net als Over naar Jou en Weer over naar jou een voorgeschiedenis had als theatervoorstelling) moest ik opnieuw die vraag beantwoorden: waarom een strip maken op basis van een theatertekst?
En opnieuw was Yoohan Leyssens een factor. Hij maakte anno 2006 de videosectie bij de originele muziektheaterversie van Dansen Drinken Betalen, werd zo fan van de voorstelling en raadde mij opnieuw een verfilming aan, al moest het deze keer wel een langspeelfilm worden. En hij wist ook precies hoe die er uit moest gaan zien: “Een dikke pelliculefilm die het verhaal van-een-meisje-op-de-dool-in-een-stad-bij-nacht toont aan de hand van heel veel goeie muziek en een voice-overstem die dichtbij in een hele goeie condensatormicrofoon spreekt.”Spek voor mijn bek, moet ik zeggen. Vooral die muziek en die voice-over, twee dingen waar ik nogal zot van ben, zeker in combinatie! Alleen is film natuurlijk een vak apart, eentje dat ik vooralsnog niet beheers. En veel gedoe ook. Teveel voor een simpele theatermaker.
dansen drinken betalen – (almost) the movie
Daardoor kwam ik opnieuw bij het gegeven stripverhaal uit, zij het om een andere reden dan destijds bij Over naar jou – Weer over naar jou. Daar had de aard van de tekst de verstripping in de hand had gewerkt, nu waren het de beelden die de aanleiding vormden. Beelden van een stad bij nacht, begeleid door stemmen en muziek. Zo ontstond het idee om een strip te maken die alleen stripbeelden bevat, met achterin een CD met daarop het verhaal in stemmen en muziek.
Paquet kreeg zo de mogelijkheid om een strip zonder tekstballonnen te maken (wat hij natuurlijk erg fijn vond, al die extra ruimte!) en ikzelf om een audiowerkstuk in mekaar te monteren in samenwerking met componist Joris Caluwaerts en twee medemuzikanten: accordeonist Roel Van Camp en multi-instrumentalist Tim Coenen. Actrice Sara Vertongen zou, net als in de originele theaterversie uit 2006, het stemmenwerk op zich nemen.
Strip en CD werden samengebracht in een klassiek stripalbum. Het was aan de lezer om het bekijken van Paquets beelden en het luisteren naar de CD op mekaar af te stemmen. Tijdens de Rijdende Boekvoorstelling in januari 2014 liep dat behoorlijk goed.
Mensen lazen het album op een touringbus die een rit maakte door nachtelijk Antwerpen (en daarbij allerlei locaties aandeed die in de strip voorkwamen) en combineerden dat met luisteren naar de CD die we afspeelden over het audiosysteem van de bus. Af en toe een blik uit het raam (als we een locatie uit de strip aandeden) maakte de ervaring compleet. De toevoeging van die blik bleek achteraf een goede manier om de lezer te doen temporiseren, om hem of haar even te doen opkijken van het boek. Nadien kregen we nogal wat berichten van lezers die het moeilijk hadden gevonden om hun lees- en luistertempo op mekaar af te stemmen thuis in de living.
langspeelfilm
Niet getreurd echter. Drie maanden later, in april 2014, ging in HETPALEIS de liveversie van het project in première, waarin we stemmenwerk en muziek live zouden uitvoeren en de stripbeelden groot en dynamisch zouden projecteren op het ideale tempo (ons tempo!).
In de maanden ervoor gingen videoman Kristof Van Perre en ik aan de slag met WatchOut, videosoftware die ons in staat stelde om de beelden op de klankband te monteren en vervolgens in een projectie om te zetten. Het werd één van mijn prettigste werkervaringen ooit.
Het leek een beetje op de montage van een langspeelfilm. Kristof en ik hadden volop beelden, stemmen en muziek voorradig en moesten daar een zo efficiënt mogelijke vertelling mee samenstellen. En dat lukte!
Au fond lieten we stripbeelden verschijnen en verdwijnen op het ritme van de muziek en/of de vertelling. Soms lieten we beeld en vertelling gelijk lopen (zuivere illustratie), soms lieten we de beelden net vooruit lopen op de vertelling (commentaar) of andersom (waardoor de toeschouwer eerst een beeld maakt in zijn hoofd om vervolgens onze interpretatie ervan te zien). Hier en daar voegden Kristof en ik nog een simpele, doch welgemikte animatie toe (een flikkerende straatlantaarn, kleurrijke spotjes op het feestje bij Gory,…) en klaar!
Ook de voorstelling liet zich vlot ensceneren. Het was even zoeken naar de verhouding tussen actrice Sara Vertongen en het meisje op de beelden, maar eens we die gevonden hadden en Sara’s positie ten overstaan van het scherm én van het publiek hadden bepaald, werd het een vlotte bevalling. De tot in de puntjes voorbereide muzikanten (eerst een CD maken en die dan live spelen, is iets dat muzikanten niet voor niets graag en vaak doen!) was daarbij een extra troef.
last call
Het mag niet onvermeld blijven dat we van Dansen Drinken Betalen – (almost) The Movie, zoals de stripvoorstelling kwam te heten, ook een kleine, Engelstalige versie maakten: Last Call. Sara Vertongen, dochter van een Engelse moeder, maakte een prima vertaling van de tekst. Joris Caluwaerts bedacht een setup waarmee hij de muziek in zijn eentje zou kunnen uitvoeren. Het videoscherm werd twee maten kleiner en behoefde zo niet langer twee projectoren. Doel was een kleine, reisklare versie in huis hebben die we internationaal zouden kunnen aanbieden.
Onze doortocht op het Tweetakt Festival in Utrecht (2015) was wat dat betreft al veelbelovend (met interesse uit Liechtenstein, Zwitserland en Canada), wat ons de moed gaf om de voorstelling in de zomer van 2016 te gaan showcasen op het grootste theaterfestival (en dus de grootste theateretalage) ter wereld, de Edinburgh Fringe.
Van onze avonturen op de Fringe heb ik een uitgebreid verslag gemaakt met als insteek ‘opgedane kennis doorgeven aan andere Vlaamse theatermakers die er hun geluk willen gaan beproeven’. De reden dat dit verslagje nog niet op mijn blog verschenen is, is omdat ik het graag wilde linken aan nieuws over de eerste échte buitenlandse trip van onze show, maar die is er tot op heden niet gekomen.
Interesse is er voldoende, maar we hebben inmiddels geleerd hoe groot het verschil is tussen buitenlandse interesse en een effectieve boeking. Werkelijk alles moet kloppen (agenda’s, budgetten,…) En vooralsnog sloeg alles wat tegen, al kreeg ik net weer een mail aangaande onze beschikbaarheid voor het Adelaide Theaterfestival in 2019. Hout vasthouden?
(Beste lezer! Ik neem mij bij deze voor mijn Fringe-verslagje alsnog te posten. Gelieve mij hieraan te herinneren!)
Terug naar de actualiteit nu. Nu!
De zeer werkzame liveversie van Dansen Drinken Betalen / Last Call, bracht mij tot een uitermate logische volgende stap. Om wat we live goed blijken te kunnen, ook in een uitgave te krijgen en zo bij ons publiek in de huiskamer, kwam ik uit bij de ontwikkeling van een digitale strip. Een ‘app’, waarin we stemmenwerk, beelden en muziek als één geïntegreerd geheel zouden kunnen verwerken, liefst met een lichte graad van interactiviteit. Een werk dat we ook vlot zouden kunnen omturnen naar anderstalige versies.
digital storytelling
Ik ging eerst op zoek naar de juiste software en leerde Google-gewijs de wereld van de digitale strip en het fenomeen ‘digital storytelling’ kennen. Hieronder een paar lessen die ik leerde:
1) In België is er voor zover ik weet alleen Yieha!, een downloadplatform van Ballon Media en Standaard Uitgeverij waar je digitale Jommekes en Kiekeboes (en ook enige graphic novels) kan downloaden in wat nog het meest lijkt op PDF-formaat. Met een eenvoudig readertje kan je dan je strip op een tablet lezen. Je swipet van de ene full page naar de andere. Een doeltreffende manier om heel veel strips mee op vakantie te nemen is het zeker. Maar voor wat wij van plan waren, kwam het niet in aanmerking, al zou Yieha! natuurlijk een mooie downloadplek vormen.
2) Ik zou bijna vergeten te vermelden dat Stefan Kolgen en C.H.I.P.S. Labo anno 2014 een digitale versie van Dansen Drinken Betalen hebben gemaakt! Wat op zijn minst een leerrijke ervaring was. Stefan maakte gebruik van dezelfde software waarmee iBooks worden gemaakt, digitale boeken op het Apple-platform. Die software biedt een heleboel meer mogelijkheden dan de reader van Yieha!, waaronder het voor ons doel erg belangrijke ‘integreren van muziek’. Maar net daar vertoont het iBook-format een groot nadeel. Je kan muziek alleen maar pagina per pagina toevoegen, waardoor onze geluidsband (één lange stroom van stemmen op muziek) pagina per pagina moest worden afgespeeld. Stefan had dat slim ondervangen door op iedere pagina een fade-out te plaatsen die aangeeft wanneer je geacht wordt naar de volgende pagina te swipen, maar veel gebruikers bleven toch op hun honger zitten, vooral Joris Caluwaerts, die zijn muziek net iets minder verknipt had bedoeld.
3) Het meest mee met zijn tijd is het totaalpakket dat het Amerikaanse Comicbedrijf Madefire aanbiedt. Zij gaan met het gegeven digitale strip om vanuit een visie die ik zelf ook aanhang: ook al werk je digitaal, laat een strip een strip blijven! Wees zuinig met effecten, want voor je het weet maak je een gemankeerde animatiefilm en dat is toch net weer iets anders. Maar! Laat anderzijds ook de digitale tools niet links liggen, anders werk je beter op papier (wat in de meeste gevallen trouwens het allermooist is). Madefire biedt gratis toegang tot een webplatform waar je al die tools ter beschikking krijgt, inclusief de mogelijkheid tot animeren, werken met layering én het toevoegen van klank. Twee nadelen: net als bij iBooks kan je niet op die klank monteren. Er wordt gedacht vanuit de tekeningen, niet vanuit audio, wat maakt dat je klank niet onder verschillende pagina’s kan laten doorlopen. Wel kan je aan prenten een sfeertje of een geluidseffect toevoegen. Het tweede nadeel is het exporteren van je afgewerkt project. Dat kan enkel en alleen… naar hun downloadplatform.
Conclusie: we zouden dus zelf onze software moeten ontwikkelen. Ik raadpleegde een paar experts, die mij nogal meewarig aankeken omdat wat de applicatie voor mij zou moeten kunnen, in hun ogen niet zo gek veel leek te verschillen van wat pakweg Powerpoint kan: het laten verschijnen en verdwijnen van beelden, in- en uitzoomen, in- en uitfaden, tekeningen in layers verwerken en kleine animaties plegen. Alleen de functie om te kunnen monteren op basis van wat de fond is van de artistieke inzet – de klankband!- voorziet geen enkel programma of toch niet op de manier die ik voor ogen had.
de hornikx-factor
Sinds de fusie van Braakland/ZheBilding en de Queeste tot Het nieuwstedelijk echter, bevindt er zich een persoon in onze rangen die niet alleen een bedreven muzikant is (aan het werk te zien in voorstellingen als Vuur, Angst en Hoop), maar daarnaast ook een bedrijfje runt (Firma 103 in Hasselt) dat ondermeer apps ontwikkelt. Bert Hornikx is zijn naam en hij stelde zich kandidaat om een app op maat te ontwikkelen die precies dat zou kunnen wat ik wilde dat hij kon.
Bert slaagde er zelfs in om de bediening dusdanig eenvoudig te houden dat ik er grotendeels zonder zijn hulp mee uit de voeten kon. Dat verklaart een deel van het plezier dat ik de afgelopen weken en maanden heb beleefd. Helemaal loos gaan met de wonderlijke stemmen van Stijn Meuris en Sara Vertongen, de waanzinnig straffe ‘score’ van Joris Caluwaerts en de erg rake en verfrissende stripbeelden van Wide Vercnocke. En dit in het bijzijn van Bert die gestaag de app verder uitbouwde maar ook meteen ter hulp kon schieten als ik in mijn enthousiasme weer eens in de knoei geraak met pakweg de x-as of de y-as.
first contact
De ontstaansgeschiedenis van First Contact begint, zoals dat gaat, met een inhoud, met een verhaal. Het verhaal van een vader, een veertiger die ik graag omschrijf als ‘een man die nooit volwassen geworden is, maar opeens beseft dat hij alles bezit dat bij een volwassen leven hoort’. Behalve een goedbetaalde job (die al zijn aandacht vraagt) ook een huis, een vrouw en een kind.
Dat kind, een dochter, die zich in onze vertelling binnen de kortste keren van een eicel + zaadcel ontwikkelt tot een meisje van zestien, is de tweede protagonist. De vader komt op zekere dag letterlijk en figuurlijk zichzelf tegen. Hij wordt slachtoffer van wat we heden ten dage een ‘burnout’ zouden noemen. Zijn leven neemt een drastische wending, veroorzaakt door zijn scheiding en de daaropvolgende verhuis, en voor de eerste keer ooit, raakt hij geïnteresseerd in het doen en laten van zijn dochter. Misschien ook omdat zij inmiddels zijn eigen innerlijke leeftijd heeft bereikt?
Zij heeft zich echter allang van hem afgekeerd en ‘bewandelt enkel nog haar eigen paden’. In een interview voor TV Limburg beschreef Stijn Meuris dat heel raak als ‘de dochter die maximaal van de afwezigheid van de vader heeft geprofiteerd’. Daarop besluit de man zijn dochter te achtervolgen. Niet lang daarna kent het verhaal zijn dramatisch hoogtepunt (dat vreemd genoeg uit een simpel oogcontact blijkt te bestaan) en zijn even ‘happy’ als wrange einde.
Het stond vast dat we dit keer meteen een compacte show zouden maken (wendbaar, betaalbaar, reisklaar) en het ware prettig en overzichtelijk geweest om dit verhaal dan ook met dezelfde ploeg onder handen te nemen als die van Last Call, de Engelstalige versie van Dansen Drinken Betalen. Die titels vormen trouwens een mooi geheel: Last Call / First Contact en inhoudelijke verwantschap is er ook volop.
de ploeg
Alleen wordt het verhaal van First Contact grotendeels door het mannelijk hoofdpersonage verteld en in veel mindere mate door zijn dochter (die Sara Vertongen zou neerzetten). We moesten dus op zoek naar een acteur. Daarvoor kwam ik terecht bij Stijn Meuris (Noordkaap, Monza, Meuris). Een zanger dus eigenlijk, maar iemand die net zo goed affiniteit heeft met geschreven en gesproken woord. Ik denk dat het de soms sterk aan songtekst verwante vorm van mijn tekst (compacte zinnen, alliteratie, binnenrijm, stevig geritmeerd), de humor (die Stijn in een aantal scènes aan zijn lievelingsfilm The Big Lebowski deed denken) maar vooral ook de rest van de cast (Stijn is fan van Sara na het zien van Stijn Devillés crisistrilogie én fan van Joris die momenteel hoge toppen scheert met zijn band STUFF.) waren die hem redelijk snel overtuigden om mee te doen.
Jammerlijk was het afhaken van Paquet die op een blauwe maandag liet weten dat hij zich voor de volle honderd procent op zijn nieuwe liefde, het tatoeëren, wilde concentreren en een tijdlang geen strips zou maken. Daardoor moest ik in zeven haasten op zoek naar een andere tekenaar.
Ook hierin heb ik verschillende mensen om advies gevraagd en één naam kwam constant terug. Een bijzondere, opvallende naam, die mij niettemin niet meteen bekend in de oren klonk: Wide Vercnocke. Nochtans hadden we al eens een podium gedeeld. Op de poëzienacht in Brugge, waar wij met een aantal acteurs en muzikanten Polaroids & Happy Endings brachten. Net als bij de voorgaande acts (dichters, singer-songwriters), werd daar live bij getekend. En wel door Wide, die dat wel vaker doet, live tekenen, ondermeer bij de Brusselse versie van Sprekende Ezels, die voorgezeten wordt door mijn grote vriend Jan Ducheyne. Het is zeker één van de redenen waarom Wides naam zo vaak viel: hij heeft affiniteit met tekst (verwerkt eigen poëzie in zijn strips), maar ook met theater en muziek.
Ik sprak voor het eerst af met Wide tijdens het Graffix-festival in DeStudio, waar hij niet alleen albums signeerde, maar ook als presentator aan de slag bleek te zijn. Inmiddels had ik natuurlijk zijn albums gelezen, waarvan ik er eentje trouwens gewoon in huis bleek te hebben (zijn debuut Mijn muze ligt in de zetel, een verjaardagscadeautje van Jan), eentje in de stripwinkel kocht (Wildvlees) en eentje terplekke aanschafte bij de stand van uitgever Bries (zijn nieuwste en beste album tot op heden: Narwal).
Het bleek goed te klikken tussen ons en binnen de kortste keren (dat kon ook niet anders gezien de tijdsdruk) hadden we een strijdplan klaar. Ik zou in januari en februari 2017 stemopnames maken met Stijn Meuris en Sara Vertongen, terwijl Joris aan de muziek werkte en zou Wide zo snel mogelijk een kladversie, een eerste edit van de klankband leveren om als basis te gebruiken voor zijn tekenwerk.
werkwijze
Deze werkwijze is fundamenteel verschillend aan de conceptie van Dansen Drinken Betalen, waar tekenwerk, muziekcompositie en stemopnames min of meer tegelijk werden gemaakt vanuit het idee dat iedereen dan op elkaar zou kunnen inspelen. We werkten dan ook aan een strip-met-luisterspel, een stripalbum met een CD, twee uitgaves die door de lezer gecombineerd zouden worden, niet aan één geïntegreerd verhaal waar tekst, beeld en muziek samen in zouden worden ondergebracht.
Dat samenbrengen is bij Dansen Drinken Betalen pas goed geschied toen Kristof Van Perre en ik zijn gaan monteren aan de videosectie voor de liveversie. Bij First Contact zouden we dit bij de bron aanpakken. We wisten vooraf dat het audiowerkstuk de motor zou zijn voor het tekenwerk, dus moesten de compositie, stem- en muziekopnames voorafgaan aan het maken van de tekeningen.
Ook wisten Joris, Wide en ik dat we aan een digitaal project aan het werken waren. Met Paquet had ik een relatief klassieke strip gemaakt: ‘bandes dessinées’, een spel met tekeningen, stroken, vakjes en bladspiegels, gemaakt om te werken op papier. Kristof en ik hebben de scans van die strip vervolgens helemaal verknipt en zijn er mee aan het puzzelen gegaan om er video van te maken.
Ditmaal hadden we op voorhand een methode in gedachten, waarvoor we schatplichtig zijn aan het ideeëngoed van een groot vaderlands tekenaar, Serge Baeken. Die had tijdens experimenten met digitaal stripwerk (wij zijn heus niet de enige die daar mee bezig zijn) gemerkt dat werken met een vierkant veel voordelen biedt.
Zowel een computerscherm als een iPad zijn rechthoekig. Plaats je daar een vierkant in met je tekeningen, dan houd je links en rechts een strook zwart over waar je de navigatie / bediening in kwijt kan. Het grootste voordeel echter, is dat het ‘Very Instagram’ is. Daar zijn ook meer en meer vierkante foto’s en videobeelden in omloop, aangezien je die op je tablet of smartphone alle kanten op kan draaien. Rechtopstaand of liggend, een vierkant blijft altijd een vierkant.
Dat is dus ons uitgangspunt geworden voor het tekenwerk van Wide en het ontwerp van de app door Bert. We waren er een beetje voor op onze hoede, aangezien een vierkant ook een heel dwingende vorm is, maar het bleek toch vooral voordelen te hebben. We delen het dan ook op alle mogelijke manieren in. De basis zijn vier kleine vierkanten die verschijnen binnen het grote vierkant dat altijd in beeld is, maar evengoed werken we fullscreen of delen we het vierkant op in twee rechthoeken (horizontaal of verticaal) of varianten daarop (twee vierkanten, één rechthoek,…) of werken we beeld in beeld (een fullscreen beeld dat staat terwijl in een kleiner vierkant de vertelling verdergaat).
Niet alleen tijdens het tekenen, ook tijdens het monteren van de beelden op de muziek, toonde het vierkant zich een groot bondgenoot. Het is daar, tijdens de montage, dat ik eens te meer de eigenheid van ons genre heb gevoeld.
Onze digitale strip onderscheidt zich dus van andere digitale strips doordat hij audiowerk onder de motorkap heeft zitten. Elke keer als ik vast kwam te zitten tijdens het monteren, was de oplossing dezelfde: focussen op de muziek. Als de beelden het ritme van de muziek volgen (of daar net tegenin gaan), komt het eigenlijk altijd goed. Zeker naar de laatste hoofdstukken toe heb ik, terwille van de muziek, redelijk wat zwart beeld ingevoegd tussen prenten in. Soms om het ritme van de vertelling op muziek te benadrukken met welgemikte ‘zwartjes’, soms net buiten het ritme om.
In de slotpassage bijvoorbeeld, waar Joris een werkelijk magistrale pianocompositie voor heeft gemaakt, heb ik ervoor geopteerd om de beelden te droppen op de hoge pianonoten die Joris hier en daar toevoegt aan de akkoorden en die mee de gevoeligheid van het muziekstuk uitmaken. Dat heeft een tijdlang veel zwart beeld tot gevolg en tekeningen die heel plots verschijnen, even bestaan en weer weg zijn voor je het weet en de vertelling zo van een suggestiviteit voorziet die muzikaal werkzaam is en dramaturgisch sluitend.
In die passage worden de beelden écht mee onderdeel van de muziek, net zoals de gesproken tekst dat op zijn beste momenten doet. Een vorm van symbiose dus, maar zonder te forceren. Alle media hebben op zichzelf kwaliteit en kunnen ook apart van elkaar bestaan, maar door ze in de juiste verhoudingen in relatie met mekaar te plaatsen, ontstaat er iets nieuws, een genre of een medium op zich. Eentje met zijn eigen dramaturgie, zijn eigen artistieke wensen en geplogenheden en mogelijk zijn eigen specifiek publiek.
digitaal gesamtkunstwerk
Gek genoeg zou ik, waar het op strips van anderen aankomt, zelf ook strips op papier verkiezen. Maar First Contact is meer dan een strip. Het is een logische stap in een artistiek parcours dat om meer media draait dan strip alleen.
We houden het gebruik van de schier eindeloze mogelijkheden die digitale applicaties bieden dan ook eerder beperkt, maar wel in de lijn van wat we er mee willen vertellen. Centraal staat het Gesamtkunstwerk, de digitale strip waar stripbeelden, stemmen en muziek een goedlopend geheel vormen. Wie zijn koptelefoon opzet en simpelweg op PLAY drukt en verder niks doet, krijgt iets te zien dat nog het meest aan een film met stilstaande beelden doet denken. De dynamiek zit in de muziek, waarop de verschijnende en verdwijnende beelden gemonteerd zijn. Sara omschreef de liveversie laatst als een film waarvan je op grondniveau de making of te zien krijgt. Goede verwoording, me dunkt.
Voor wie het allemaal te snel gaat of wie gewoon meer in de stripbeelden geïnteresseerd is dan in de andere media, biedt de app de mogelijkheid om met je vingers te reageren op het scherm. Als je een prent aanklikt, gaat de video in pauze en komt de prent fullscreen te staan. Wie nog meer detail wil kan inzoomen op de prent door te pinchen. Daarna start de video automatisch opnieuw op het punt waar je hem stilzette.
Niet alleen de stripfanaat komen we tegemoet, ook de liefhebbers van wat ik voor het gemak ‘het hoorspel’ noemen zal. Je kan de klankband afspelen zonder de beelden. Daar is het verhaal op gemaakt (om ook zonder beelden verteld te geraken). Zo kan je het meenemen op weg naar je werk of vakantiebestemming.
Net als veel videogames haalt onze app een deel van zijn ‘juice’ (in ons geval het gros van de stripbeelden) via wifi of 4G van het internet. Je moet dus verbonden zijn met een netwerk om de app au grand complet te genieten. Wat de app wel offline bevat (zonder connectie) is de klankband. Luisteren kan dus overal, precies om de mobiele luisteraar te plezieren.
Vanaf versie 2.0 zal het mogelijk zijn om de muziek te beluisteren, los van de stemmen. Een simpele ingreep waar we muzikant / componist / producer Joris Caluwaerts veel plezier mee doen. En zo ook de vele muziekfans in zijn en ons gevolg.
Wat ook gepland is voor de 2.0-versie van de app, is het publiek een alternatieve versie van ons digitaal stripverhaal bieden. We zouden Wide live willen laten tekenen terwijl hij naar de klankband luistert en de langgerekte, associatieve tekening die zo ontstaat willen capteren op video. Die zouden we als apart aanklikbare layer onder de eigenlijke stripbeelden van de app willen stoppen. Zo kan de gebruiker desgewenst switchen tussen de originele versie en de alternatieve, tussen de meer bedachte en de meer spontane versie van het tekenwerk.
We bieden dus vooral extra mogelijkheden via de weg van de deconstructie. Door dingen uit mekaar te halen, weg te halen zelfs en zo inzicht te bieden in wat ze los van elkaar betekenen. Klinkt erg intellectueel allemaal, erg ‘postmodernistisch’ – maar het past stukken beter bij ons werkstuk dan de ‘foliekes’ die we eerst in gedachten hadden (vingeranimaties, handgestuurde bruitages,…)
Vanaf 13 oktober zal de app te downloaden zijn via de App Store. Voorlopig alleen voor iPad, maar versies voor andere besturingssystemen zijn in voorbereiding. De prijs? 5,49€ oftewel geen cent te duur.
Diezelfde 13de oktober spelen we voor het eerst de liveversie in CCHA. In Hasselt dus, thuisstad van Meuris en Hornikx en één van de thuissteden van Het nieuwstedelijk. Daarna trekken we ondermeer naar Leuven (OPEK of course!), Antwerpen (hetpaleis), Diest en Amsterdam. Hopelijk een mooie opstap naar een langere tournee volgend seizoen.
Ik hoop jullie daar te zien!
Beste groet,
Adriaan
Als uitsmijter, hieronder de tweede trailer van First Contact.